Uit onderzoek van DNB blijkt dat een meerderheid van de Nederlanders bereid is om een digitale euro op zak te hebben, mocht deze digitale tegenhanger van contant geld in de toekomst werkelijkheid worden.

Terwijl er nog geen digitale euro’s zijn, laat staan dat ermee afgerekend kan worden, zegt twee derde van de Nederlanders ze wel bij zich te willen hebben.

EU-lidstaten, het Europees Parlement en de Europese Commissie onderhandelen op dit moment over wetgeving die invoering mogelijk moet maken. Behalve dat de eurolanden hiermee een eigentijdse aanvulling krijgen op het bestaande contante geld, zal ook het eerste Europese digitale betaalmiddel zijn als Europees antwoord op de door Amerikaanse bedrijven gedomineerde betaalmarkt.

Maar voordat die digitale euro er is, moet er nog heel wat water door de Rijn, de Loire, de Maas en de Donau stromen, zegt DNB. De EU-landen, het Europees Parlement en de Europese Commissie moeten eerst akkoord gaan met de invoering van het nieuwe betaalmiddel. Wanneer dat precies gebeurt en wat de uitkomst wordt, is nu nog niet bekend. In de tussentijd werken de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken in de eurozone aan de techniek, vormgeving en betaalmogelijkheden van deze digitale tegenhanger van contant geld.

Terwijl er dus nog volop wordt gewerkt aan de techniek en de politieke besluitvorming nog moet plaatsvinden, liet DNB onderzoeken of Nederlanders überhaupt wel een digitale euro willen gebruiken. Ze liet daarvoor 2.000 mensen ondervragen uit het panel van onderzoeksbureau Flycatcher dat samenwerkt met veel Nederlandse universiteiten. De deelnemers werd vooraf uitgelegd wat de digitale euro, en dan met name de offline variant (zonder internet), inhoudt.

67 procent van de ondervraagde Nederlanders is in dit onderzoek bereid om digitale euro’s te gebruiken. Dat is veel voor een betaalmiddel dat nog niet eens in de kinderschoenen staat.

Een andere belangrijke uitkomst van dit onderzoek is daarnaast dat Nederlandse consumenten over het algemeen geen probleem hebben met een zogenoemde ‘aanhoudingslimiet’ van 3.000 digitale euro’s per persoon. Zo’n limiet bepaalt wat iemand maximaal kan aanhouden om te voorkomen dat mensen dusdanig veel digitale euro’s opnemen dat dat de financiële stabiliteit kan bedreigen. Over de aanhoudingslimiet is nog geen beslissing genomen. Ook dat is nog onderdeel van de politieke besluitvorming over de mogelijke invoering van de digitale euro.

Ongeveer een derde van de deelnemers is huiverig om de digitale euro te gebruiken. Deze groep gebruikt ongeacht eventuele budget- of scenariobeperkingen stellig geen digitale euro’s. Desgevraagd zegt een meerderheid van de niet-gebruikers de toegevoegde waarde niet te zien van het nieuwe betaalmiddel. Privacy komt niet als doorslaggevende factor naar voren in dit onderzoek. Voor twee derde van de Nederlanders is privacy geen reden om meer of minder gebruik te maken van de digitale euro. Desalniettemin vinden wij privacy(Verwijst naar een externe site) als centrale bank belangrijk.

Ongeveer de helft van de niet-gebruikers verklaart geen behoefte aan digitale euro’s te hebben omdat ze er te weinig verstand van hebben. Anderen nemen geen digitale euro’s op zak mee omdat ze het niet vertrouwen als betaalmiddel.

Het aandeel Netflix steeg in de handel nabeurs met vijf procent op beter dan verwachte resultaten. De directie sprak eerder deze week ook al het streven uit de omzet en koers te verdubbelen in 2030.

Zojuist publiceerde Netflix de financiële resultaten over het eerste kwartaal van 2025 en die zien er keurig uit. Dertien procent meer omzet, 27 procent hogere bruto winst.

“We voeren onze prioriteiten van 2025 uit: het verbeteren van het serie- en filmaanbod en het laten groeien van onze advertentiesactiviteiten. Verder ontwikkelen we nieuwe initiatieven zoals live programmeren en games en houden er een gezonde omzet- en winstgroei op na.”

Voor heel 2025 handhaaft de leiding de financiële verwachtingen. Die ziet de markt in het kader van de gelekte verwachting dat CEO’s Greg Peters en Ted Sarandos streven naar een verdubbeling van de omzet in 2030 en beurswaarde van duizend miljard. Dat is een ruime verdubbeling ten opzichte van nu.

“Een belangrijke focus in 2025 is het verbeteren van onze mogelijkheden voor adverteerders. We hebben met succes de Netflix-advertentiesuite in de VS uitgerold op 1 april. In de komende maanden lanceren we de Netflix-advertentiesuite op de overige advertentiemarkten. Wij geloven dat het advertentietechplatform fundamenteel is voor onze strategie voor advertenties op lange termijn.”

De omzet in het eerste kwartaal kwam uit op 10,5 miljard dollar, de nettowinst op 2,9 miljard.

Europa en het Midden-Oosten zijn goed voor 3,4 miljard dollar (+15%). De VS een kwart meer, maar daar is de groei minder dan tien procent.

Een federale rechter in de VS oordeelde donderdag dat Google zich schuldig heeft gemaakt aan illegale praktijken om zijn monopolie op bepaalde technologieën voor online advertenties te behouden. Deze uitspraak kan grote gevolgen hebben voor het techbedrijf, dat 1,88 biljoen dollar waard is, en mogelijk zijn invloed op het internetlandschap moet herdefiniëren.

Rechter Leonie Brinkema van de Amerikaanse District Court voor het Eastern District of Virginia oordeelde dat Google de wet heeft overtreden om zijn dominante positie te versterken in het grotendeels onzichtbare technische systeem dat online advertenties op webpagina’s plaatst. Het Amerikaanse ministerie van Justitie en een coalitie van staten hadden het techbedrijf aangeklaagd, met als argument dat Googles monopolie op advertentietechnologie leidde tot hogere prijzen en een groter aandeel in de advertentie-inkomsten.

De zogeheten ad tech-zaak werd in 2023 aangespannen en draait om een complex netwerk van programma’s die online advertentieruimte verkopen, bijvoorbeeld op nieuwssites. Via deze software, waaronder Google Ad Manager, worden in fracties van een seconde veilingen gehouden om advertenties te tonen zodra een gebruiker een webpagina opent. In 2023 leverde deze tak van Google zo’n 31 miljard dollar op, goed voor ongeveer een tiende van de totale omzet van moederbedrijf Alphabet.

Een deel van die activiteiten komt voort uit de overname van DoubleClick, een advertentiesoftwarebedrijf, voor 3,1 miljard dollar in 2008.

‘Door concurrenten actief uit te sluiten, heeft Google niet alleen zijn vermogen om mee te dingen ondermijnd, maar ook aanzienlijke schade toegebracht aan zijn uitgeversklanten, het concurrentieproces en uiteindelijk aan consumenten die afhankelijk zijn van vrije toegang tot informatie op het open web,’ oordeelde rechter Brinkema. Ze wees daarbij ook een deel van de aanklacht van de overheid af.

Een andere federale rechter oordeelde in augustus dat het bedrijf een monopolie had op online zoeken. Hij overweegt nu een verzoek van het ministerie van Justitie om het bedrijf op te splitsen. Samen kunnen deze twee uitspraken resulteren in een ingrijpende revisie van het bedrijf.

NIMA heeft vandaag de shortlist bekendgemaakt van de NIMA Marketingprijzen 2024, de jaarlijkse verkiezing van de beste marketingorganisaties van Nederland. Negen bedrijven zijn genomineerd in drie categorieën: Small, Medium en Large. De winnaars worden op 12 juni bekendgemaakt tijdens de NIMA Marketing Day in DeFabrique in Utrecht.

De shortlist is samengesteld op basis van een eerder gepubliceerde longlist per categorie. De vakjury selecteerde per categorie drie bedrijven:

Categorie Small
Fleurop
Jean Bâton
Natuurhuisje
Categorie Medium
BrandMR
EasyToys
Consumentenbond
Categorie Large
Basic-Fit
McDonald’s
Praxis

Deze organisaties laten volgens de jury zien hoe marketing ingezet kan worden als aanjager van merkvoorkeur, klantwaarde en organisatiegroei.

De NIMA Marketingprijzen onderscheiden zich van andere marketingawards doordat ze niet één opvallende campagne belonen, maar het volledige marketingapparaat beoordelen. Strategie, merkontwikkeling, datagedrevenheid, kanaalkeuze en interne organisatie worden in samenhang bekeken.

De jury, bestaande uit senior marketeers en vakexperts, hanteert vier centrale beoordelingscriteria: effectiviteit, strategische consistentie, innovatie en impact. Daarmee is deze prijs een erkenning voor organisaties die marketing structureel, slim en professioneel inzetten.

Tijdens de NIMA Marketing Day op 12 juni lichten de drie juryvoorzitters per categorie hun overwegingen en keuzes toe. Aansluitend maken zij de winnaars bekend. Bezoekers van het event krijgen zo een uniek inkijkje in de beste marketingpraktijken van dit moment.

Ubers taxiconcurrent op de Amerikaanse markt Lyft steekt de Atlantische Oceaan over en krijgt daarbij, met de overname van FreeNow, een kickstart.

Lyft betaalt 175 miljoen euro cash om het bedrijf FreeNow over te nemen van diens oprichters, de autofabrikanten BMW Group and Mercedes-Benz.

Operationeel zal er weinig veranderen, maar de nieuwe eigenaar zal ongetwijfeld zijn kenmerkend roze beeldmerk op de taxi’s willen plakken.

Lyft is actief in 150 steden in negen landen: Duitsland, Frankrijk, Griekenland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Italië, Oostenrijk, Polen en Spanje.

Niet op de kaart: Nederland, België, Luxemburg, Portugal en Zwitserland. Pure-play concurrenten in Nederland zijn: Bolt en Uber.

Dit is de grootste uitbreiding van Lyft buiten Noord-Amerika. Het verdubbelt naar eigen zeggen zijn totaal adresseerbare markt tot meer dan driehonderd miljard persoonlijke voertuigreizen per jaar. Het brengt ook de bruto omzet, de totale taxitarievensom, naar boven de miljard euro.

FreeNow is het laatste restje van een ambitieuze joint-venture van BMW en Daimler, waar ze een miljard euro in zouden investeren. Onder – wat formeel heette -‘NOW family of brands‘ hadden ze een portfolio met veertien diensten die forenzen, reizigers en ander publiek kunnen gebruiken via hun telefoon. Bijvoorbeeld: taxi oproepen, auto delen, opladen, parkeren en het vinden van multimodaal vervoer; een combinatie van publiek en openbaar vervoer. Parkeren, bijvoorbeeld, kennen we al van ParkMobile (nu: Easypark).

Eind 2024 had Lyft 24,7 miljoen taxiklanten (+1,2%) die gezamenlijk 218,5 miljoen ritten afnamen (+0,8%). Dat leverde een omzet van 1,6 miljard dollar op (+1,8%) en een nettowinst van 62 miljoen dollar. De jaren daarvoor schreef Lyft netto rode cijfers.

Datacenterexploitant NorthC neemt meerdere locaties van telecombedrijf Colt over om zijn positie in Noordwest Europa te verstevigen.

Hoeveel geld met de overname is gemoeid houden de partijen voor zich.

De transactie betreft datacentra in de metropoolregio’s Frankfurt, Berlijn, Hamburg, München, Düsseldorf en Amsterdam, met een gezamenlijk vermogen van ruim 25MW.

NorthC was naast de Benelux ook al actief in de DACH-regio.

Colt belooft voor lange duur klant te blijven van NorthC.

Met de dreiging van een internationale handelsoorlog in het vooruitzicht worden Engelse adverteerders voorzichtiger met hun reclamebestedingen.

In het eerste kwart van dit jaar, zo stelt het Institute of Practitioners in Advertising tegenover de Financial Times, houdt een beduidend aantal adverteerders de hand op de knip.

Een kwart van de respondenten zegt in peiling van de belangenorganisatie, dat ze marketingbudget afgelopen maanden schrapten. Een op de vijf schroefde het budget op.

Marketingbudgetten zijn nauw verbonden met zakelijk sentiment. Advertentie-uitgaven worden gezien als een indicator van de economische vooruitzichten vanwege het aantal bedrijven dat budgetten vaststelt op basis van de verwachte verkoop. Als bedrijven kosten moeten schrappen uit financiële voorzorg is het doorgaans deze post die als eerste onder het fileermes gaat.

Met ingang van week 15 maken ook korte luistertrajecten van één en twee minuten onderdeel uit van de rapportage van de luistertijd in het NMO Luisteronderzoek. Het gaat dan om luistertrajecten die op basis van ‘encoding’ zijn gemeten. Deze aanpassing in de rapportageregels wordt met terugwerkende kracht toegepast op de weken 1 t/m 14 2025.

De meting van het NMO Luisteronderzoek bestaat uit meerdere registratiemethoden die samen het luistergedrag meten. Het luistergedrag van personen van 18 jaar en ouder wordt vastgelegd met behulp van een app op de smartphone van de panelleden. Deze app, de MediaCell+ app van Ipsos I&O, maakt gebruik van een techniek die bekend staat als ‘audiomatching’. Deze techniek registreert geluidspatronen en vergelijkt die met een database van radiozenders. Omdat vanaf het begin alle zenders via audiomatching werden gemeten, was deze techniek leidend in de registratie van luistertijd.

Naast audiomatching kan ook ‘encoding’ als registratiemethode worden ingezet. Bij encoding wordt een voor het menselijk oor onhoorbare code met het audiosignaal meegestuurd. Het voordeel van deze meetmethode is dat in de meting een onderscheid kan worden gemaakt via welk platform er wordt geluisterd, zoals via FM, DAB+ of internet.

Tot week 15 2025 konden deelnemende radiozenders kiezen of ze beide methoden wilden inzetten voor de meting of alleen audiomatching. Vanaf week 15 is het verplicht om beide methoden ingeregeld te hebben om in de rapportage van het NMO Luisteronderzoek opgenomen te worden.

Tot nu toe werden alleen de luistertrajecten van minimaal drie minuten toegelaten in de rapportage van het NMO Luisteronderzoek om mogelijke ‘false positives’ tegen te gaan. Van een false positive is sprake als op basis van audiomatching een onterechte match wordt gemaakt met een radiozender. Het risico op false positives is vooral aanwezig bij korte trajecten van minder dan drie minuten. Bij encoding zijn false positives vrijwel onmogelijk, ook bij korte luistertrajecten. Nu alle zenders ook ‘encoding’ hebben geïmplementeerd, is het speelveld voor alle radiozenders gelijk, waardoor het mogelijk is om ook korte luistertrajecten van éen of twee minuten toe te laten in de rapportage van de luistertijd, mits ze zijn gemeten op basis van encoding.

Uit analyses van Ipsos I&O blijkt dat het toevoegen van luistertrajecten met een duur van 1 of 2 minuten aan de luisterdata een positief effect kan hebben op het weekbereik en in iets geringere mate op de luistertijd van radiozenders.

DPG Media komende trekt de komende drie jaar meer dan 400 miljoen euro uit voor digitale ontwikkeling. De uitgever wil verder investeren in zijn apps en sites om het aanbod verder te verrijken en de gebruikerservaring continu te verbeteren.

CEO Erik Roddenhof constateert dat de mediawereld snel verandert en de digitalisering ervan raast door. ‘Op het vlak van digital storytelling kunnen we nog veel vooruitgang boeken. We zullen ook verder investeren in het eigen advertentiesysteem Ad Manager en dit uitbreiden met nieuwe videoadvertentieproducten. We ontwikkelen nieuwe AI-gedreven tools die onze medewerkers in hun dagelijkse werk ondersteunen.’

DPG Media behaalde in 2024 een omzet van 1,73 miljard euro. Hogere kosten, waaronder een stijging van de loonkosten, distributiekosten en kosten voor de digitale ontwikkeling, neutraliseerden de omzetstijging. Het resulteerde in een vergelijkbaar resultaat als het voorgaande jaar. De EBITDA bedroeg 348 miljoen. Het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten kwam uit op 185 miljoen.

Het digitale gebruik en de totaal betaalde oplage van de nieuwsmedia bij DPG groeiden licht met 1 procent. Het aantal digitale abonnementen groeide met 12 procent, zo blijkt uit de jaarcijfers over 2024.

Het marktaandeel van de radiozenders steeg in Nederland met 12 naar 28,7 procent. Deze groei werd vooral aangejaagd door de sterke prestatie van JOE. In België steeg het marktaandeel van de radiozenders naar 41,7 procent.

In 2024 groeide het aantal gebruikers van de streamingdiensten van DPG Media met 8 procent. De VTM-zenders behielden daarnaast een stevig marktaandeel van 36 procent in lineaire televisie. De transformatie van het televisiekijken zette fors door met een dalende live kijkdichtheid op televisie tegenover een verdere groei in het gebruik van streamingdiensten. Desondanks groeide de omzet uit de video- en televisieactiviteiten met 1 procent.

DPG Media vroeg in de zomer een vergunning bij de Nederlandse Autoriteit Consument & Markt aan, om de voorgenomen overname van RTL Nederland, die in december 2023 werd aangekondigd, te mogen afronden. De beoordeling van deze aanvraag is nog in behandeling en het proces bij de ACM is nog niet afgerond.

Nedap gaat voor HEMA de uitrol van het iD Cloud-platform verzorgen in alle ruim 740 winkels in onder andere Nederland, België en Frankrijk. Zo kunnen klanten bijvoorbeeld in de app of op de website exact zien hoeveel van hun favoriete artikelen er nog in een winkel beschikbaar zijn. Voor medewerkers betekent dit dat zij veel sneller en nauwkeuriger de voorraden kunnen bijhouden.

Alle HEMA-winkels in Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk zullen medio 2026 live gaan met de RFID-oplossing, waarbij HEMA gebruik gaat maken van Nedaps expertise in grootschalige RFID-implementaties. Zo kunnen klanten altijd rekenen op de juiste producten op het juiste moment.

iD Cloud vereenvoudigt retail- en supply chain-beheer met RFID en biedt real-time itemniveau-inzichten in voorraadlocaties. Dit stelt retailers volgens de leverancier in staat om wendbaarder te opereren, een betere omnichannel winkelervaring te bieden en de verkoop te verhogen.

Meta gaat zijn AI-systemen alsnog trainen met gegevens van Europese Facebook- en Instagram-gebruikers. Het bedrijf benadrukt daarbij uitsluitend gebruik te maken van openbaar toegankelijke content, zoals reacties en publieke posts.

Al in 2023 kondigde Meta aan Europese gebruikersdata te willen inzetten voor AI-training. Toenmalige plannen werden echter tijdelijk opgeschort na ingrijpen van de Ierse privacywaakhond (DPC). Nu, nog geen jaar later, pakt Meta het plan opnieuw op, zo blijkt uit een recente blogpost.

Gebruikers krijgen deze week meldingen in de apps en e-mails met uitleg over Meta’s vernieuwde AI-plannen. Daarin staat dat alleen gegevens worden gebruikt die voor iedereen zichtbaar zijn — ook zonder een Facebook- of Instagram-account.

Meta stelt gebruikers in staat om bezwaar te maken via een directe link in de melding. Wie het bezwaarformulier indient, wordt volledig uitgesloten van dataverwerking voor AI-training.

Tot nu toe is het systeem alleen getraind op data van buiten de EU, waardoor het onvoldoende gevoel heeft voor regionale cultuur, taalgebruik, humor en sarcasme.

Shopping-app Temu heeft op 9 april alle Google Ads in de VS gestopt. Gevolg: de app keldert tot onzichtbare posities in de hitlijsten.

Moederbedrijf Pinduoduo van Temu heeft het groene licht gegeven om de Amerikaanse positie van zijn internationale succesverhaal in e-commerce in de vriezer te zetten. Immers, geen Google Ads betekent: geen nieuwe gebruikers.

De Chinezen reageren daarmee vermoedelijk op de importheffingen die president Trump oplegt voor items die uit China worden geïmporteerd. Ze kunnen niet inschatten welke operationele en financiële impact het heeft dat Amerikanen meer moeten gaan betalen voor de voorheen goedkope Chinese import.

Trump hield zijn ‘libertion day’ op 2 april, een week voordat de heffingen van kracht zouden worden. De bedragen nu 145 procent de waarde van de goederen, wat een ruime prijsverdubbeling inhoudt ten opzichte van de oude situatie.

Mike Ryan spotte de ontwikkeling en schetst op LinkedIn: “Temu’s aandeel in de reclame-impressies, het aantal advertentie-impressies die ze ontvangen in vergelijking met de hoeveelheid waarvoor ze in aanmerking komen om te ontvangen, stortte in. Temu verscheen helemaal niet meer in het veilingaanbod vanaf 12 april.”

Chinese topambtenaren zeggen, in reactie op de Amerikaanse handelsblokkades, zich meer te willen richten op de Europese Unie en de buurlanden.

Data van Sensor Tower ondersteunen het beeld van Ryan. De mobieledataspecialist ziet Temu’s dagelijkse gemiddelde Amerikaanse advertentie-uitgaven dalen op Facebook, Instagram, Tiktok, Snap, X en YouTube met een gezamenlijk gemiddelde van 31 procent. Dat meting vond plaats in de twee weken van 31 maart tot 13 april vergeleken met de dertig dagen ervoor.

Foto: Filipe Dos Santos Mendes, Unsplash

De Nederlandse retailsector staat aan de vooravond van een digitale versnelling. Dat blijkt uit de nieuwste Retailprognoses van ABN AMRO. Door aanhoudende personeelstekorten en stijgende kosten wordt digitalisering steeds belangrijker om de arbeidsproductiviteit te verhogen en relevant te blijven in een snel veranderende markt.

Toepassingen zoals zelfscan- en kassaloze technologie, geautomatiseerd voorraadbeheer, AI-gestuurde klantvoorspellingen en CRM-systemen worden steeds vaker ingezet. ‘Retailers creëren zo meer waarde met minder handen,’ stelt het rapport. Vooral supermarkten en grote ketens lopen hierin voorop, met vergaande automatisering van distributie en datagedreven promoties.

Het online-kanaal blijft een groeimotor. ABN AMRO verwacht een volumegroei van 6 procent in 2025. Consumenten stellen hoge eisen aan gebruiksgemak, snelheid en transparantie. Grote spelers als Bol, Amazon en Coolblue domineren de markt, terwijl veel fysieke winkels inzetten op een omnichannelstrategie met Click & Collect en online retourmogelijkheden.

De digitale transformatie vraagt ook om nieuwe vaardigheden. Zo investeren steeds meer bedrijven in opleidingen op het gebied van e-commerce, datamarketing en onderhoud van elektrische voertuigen. In de autohandel en -reparatie biedt inmiddels 27 procent van de bedrijven digitale trainingen aan.

Hoewel digitale processen als bestellen en betalen grotendeels geautomatiseerd zijn, blijft de logistieke achterkant arbeidsintensief. Met name orderpicken, retourverwerking en klantenservice drukken op de productiviteit — vooral bij kleinere orders. Optimalisatie van deze processen is essentieel om rendabel te blijven.

Ondanks het digitale potentieel geeft een aanzienlijk deel van de ondernemers aan te kampen met belemmeringen, zoals personeelstekort en hoge investeringskosten. Toch ervaart 39 procent geen drempels, vaak omdat zij al ver zijn met digitalisering of hier (nog) geen noodzaak toe zien.

De conclusie van ABN AMRO is helder: wie in technologie en mensen investeert, verstevigt zijn concurrentiepositie en blijft relevant in een markt waar gemak, snelheid en personalisatie de norm zijn.

In 2024 bereikte de totale online cross-border e-commerce binnen de EU een waarde van 275,6 miljard euro (exclusief reizen), goed voor een aanzienlijk aandeel van 36 procent van de totale e-commercemarkt.

Na een lichte terugval in 2023, steeg de gezamenlijke omzet van de TOP 500 Europese cross-border B2C-merken in 2024 naar 69,5 miljard euro – een indrukwekkende groei van 39 procent ten opzichte van het jaar ervoor.

De TOP 10 retailers, een mix van pure online spelers, retail-marktplaatsen en merkfabrikanten, zijn goed voor 20 procent van de totale omzet binnen de TOP 500. IKEA blijft aan kop met een cross-border omzet van 5,2 miljard euro. Opvallend is dat de samenstelling van de TOP 10 onveranderd is gebleven ten opzichte van 2023.

Binnen de TOP 500 is een duidelijke verschuiving zichtbaar van pure e-commerce spelers naar merkfabrikanten. Merken als Lego, Nespresso, Adidas en Philips investeren sterk in hun directe verkoopkanalen (DTC) en versterken zo hun positie op de internationale markt.

De categorie mode, juwelen en luxe blijft dominant, met een aandeel van 43 procent, gevolgd door huis, tuin en doe-het-zelf, dat 9 procent van de markt vertegenwoordigt. Lidl heeft zich stevig gepositioneerd als digitale retailer en e-tailer in voeding en wist daarmee de tweede plek in de TOP 500 te veroveren.

De verwachting is dat cross-border e-commerce de komende jaren blijft groeien. De TOP 500 trekken inmiddels maandelijks 1,7 miljard internationale bezoekers.

Ook de wederverkoopmarkt – of re-commerce – zit flink in de lift. In 2023/24 werd de wereldwijde tweedehandsmarkt geschat op 200 miljard euro. Tegen 2030 zal dit naar verwachting verdubbelen. Alleen al de modesector droeg circa 7 miljard euro bij aan het EU-bbp en zorgde voor 150.000 banen in Europa. De markt voor tweedehands consumentenelektronica zal naar verwachting jaarlijks met 10,3 procent groeien tussen 2023 en 2030, wat de toenemende populariteit van deze sector onderstreept.

OpenAI is naar verluidt bezig met de ontwikkeling van een eigen socialemediaplatform, zo meldt The Verge op basis van ingewijden. Het platform zou vergelijkbaar zijn met X (voorheen Twitter), maar dan met een sterke focus op de beeldgeneratiefuncties van ChatGPT.

Volgens de berichtgeving test OpenAI momenteel een prototype waarin een beeldgenerator is geïntegreerd met een sociale feed. Of het gaat om een zelfstandige app of een uitbreiding van ChatGPT is nog niet duidelijk. Ook is het onzeker of het platform daadwerkelijk openbaar gelanceerd zal worden.

Officieel heeft OpenAI het bestaan van een socialemediaplatform nog niet bevestigd.

Met een eigen socialapp zou OpenAI meer controle krijgen over gebruikersdata, die van belang zijn voor het trainen van AI-modellen. Grok maakt gebruik van data van X, terwijl Meta zijn Llama-modellen traint met gebruikersdata van onder meer Facebook en Instagram.

Full-service socialmediabureau For You Agency houdt komend jaar roadshows op verscheidene Europese markten om de koers en potentie voor internationale expansie te peilen.

Eind deze maand organiseert onderneemster Britt Messing kennis- en netwerkevent For You Academy in Kopenhagen en in juni in Londen rondom SxSW dat daar voor het eerst plaatsvindt. Na zomer volgen meer steden, waaronder vermoedelijk Barcelona, Parijs en Hamburg.

Dat zegt Messing in een vraaggesprek met Emerce. “We zoeken groei in het typen klanten dat we bedienen, nu veelal FMCG-partijen, maar ook qua regio.”

Op de Academy-events delen het bedrijf zijn inzichten in het sociale landschap van 2025. “Je leert hoe je contact kunt maken met Gen Z en Gen A, en we zullen je alles leren cultuur en gemeenschap.” Dat is waarin het vier jaar oude bureau zich onderscheidt: grondige kennis van de jongste doelgroepen op social media, veelal maar niet uitsluitend TikTok, en het optuigen en runnen van social campagnes.

Bij het bedrijf uit Amsterdam werkt nu 35 man.

Britt Messing en haar compagnon Tess Scholten werden eerder deze week opgenomen in de prestigieuze Forbes 30 Under 30 Europe-lijst.

De Europese specialist in recommerce Reverse.supply valt in handen van de Amerikaanse branchegenoot Trove, dat daarmee zijn internationale positie aanzienlijk uitbreidt.

Gisteren maakten de partijen de overname uit Duitsland bekend zonder financiële details prijs te geven. Voor Dutch Founders Fund betekent dit een exit uit een investering die ze in 2022 deden.

Klanten zijn onder meer Decathlon, Bergzeit, Hessnatur, 10Days en ArmedAngels.

Reverse.supply een SaaS-bedrijf dat aan merken en winkels een middel geeft om ontvangen retouren opnieuw, apart als tweedekans, in hun eigen webwinkel aan te bieden. Reverse.supply ontvangt en reinigt de kleding en software analyseert tegen welke prijs het opnieuw in de schappen kan.

Het terug in omloop brengen van kleding levert een winkel volgens mede-oprichter Max Grosse Lutermann tussen de zeven en twaalf procent extra omzet op. Tegen Emerce zei hij vorig jaar: “Kopers en verkopers zijn niet dezelfde groep. De winkel creëert dus ook nog eens een extra touchpoint in het verkoopproces.”

Trove uit de VS werkt voor merken als Patagonia, Levi’s, Canada Goose en Peak Design. Met de overname krijgt het er een Europees hoofdkantoor bij in Berlijn.

De Duitsers krijgen volledige toegang tot de technologie van het nieuwe moederbedrijf. Die opmerking uit het persbericht houdt concreet in dat ze een replatforming zullen ondergaan.

In augustus 2024 kocht Trove het bedrijf Recurate, dat diens aanbod uitbreidde in peer-to-peer wederverkoop en Shopify-integraties.

Foto: Dane Wetton, Unsplash

Een team wetenschappers en studenten van de TU Delft is wereldkampioen geworden op de A2RL Drone Championship in Abu Dhabi – een internationale race die de grenzen van fysieke kunstmatige intelligentie opzoekt. Teams werden uitgedaagd om volledig autonoom te vliegen met drones die slechts één camera gebruiken.

De drone van de TU Delft nam het op tegen 13 autonome drones en zelfs menselijke drone-racekampioenen, waarbij innovatieve methoden werden gebruikt om neurale netwerken te trainen voor snelle, optimale dronebesturing. De opgedane kennis over efficiënte en robuuste AI zal bijdragen aan vele robotica-toepassingen, van drones tot zelfrijdende auto’s en mensachtige robots.

Het team van wetenschappers en studenten van de TU Delft bereikte deze prestatie door een efficiënt en robuust AI-systeem te ontwikkelen, dat in staat is tot razendsnelle en nauwkeurige besturing. Waar eerdere doorbraken – zoals de wereldkampioenen schaken of Go die werden verslagen door AI– zich afspeelden in virtuele omgevingen, vond dit succes plaats in de echte wereld.

Twee jaar geleden was de Robotics and Perception Group van de Universiteit van Zürich de eerste die menselijke drone-racekampioenen wist te verslaan met een autonome drone. Die prestatie vond echter plaats in een gecontroleerde labomgeving, waarin de omstandigheden, de hardware en het parcours nog volledig werden bepaald door de onderzoekers – een heel andere situatie dan bij dit wereldkampioenschap, waar de hardware en het parcours volledig werden ontworpen en beheerd door de organisatie.

Het doel van het 2025 A2RL Drone Championship in Abu Dhabi was om de grenzen van fysieke AI te verleggen door onderzoek naar robotische AI te stimuleren onder extreme tijdsdruk en met zeer beperkte computationele en sensorische middelen. De drone had toegang tot slechts één vooruitkijkende camera, een groot verschil met eerdere autonome drone races. Dit lijkt meer op hoe menselijke FPV-piloten vliegen en leidt tot extra perceptie-uitdagingen voor de AI.

23 procent van de Nederlandse organisaties vindt het prima als een sollicitant AI gebruikt om problemen op te lossen of vragen te beantwoorden tijdens een assessment. Dat blijkt uit de ManpowerGroup Employment Outlook survey, een onderzoek in 45 landen onder ruim 79.000 werkgevers, waarvan 525 in Nederland.

Hiermee lijkt AI steeds vaker een geaccepteerde speler in het sollicitatieproces te worden. Toch zijn er ook nog bedrijven in Nederland die vinden dat AI daar niet thuishoort: voor veertien procent is het een no-go.

AI geldt vooral als geaccepteerde hulp bij het ‘voorwerk’ van een sollicitatie. Zo vindt een op de drie organisaties (34%) het prima als sollicitanten AI gebruiken om voor hen te zoeken naar interessante bedrijven of banen.

Eenzelfde percentage (34%) ziet geen kwaad in de inzet van AI voor de voorbereiding op een sollicitatiegesprek. Van nog eens 31 procent mogen sollicitanten de technologie gebruiken om meer over het bedrijf te weten te komen.

Opvallend is dat grotere organisaties minder kwaad zien in het gebruik van AI. Zo vindt 41 procent van de grote organisaties (250-999 medewerkers) het prima als sollicitanten AI inzetten voor het zoeken naar banen en bedrijven, tegenover 31 procent van de middelgrote organisaties (50-249 medewerkers).

Hoewel sommige organisaties sollicitanten beoordelen op hun gebruik van AI, zetten ze het zelf steeds vaker in. 44 procent gebruikt het momenteel al voor werving, onboarding en training van (potentiële) medewerkers. Bij de organisaties die AI nog niet benutten, zijn er vaak wel plannen om dit in de toekomst te gaan doen. Zo verwacht 22 procent het in de komende twaalf maanden in te gaan zetten en achttien procent in de komende drie jaar.

RCA, één van de grootste marketing & communicatiebureaus van België, gaat voortaan als Cartel Agency door het leven en lanceert vier gespecialiseerde bureaus. Cartel Agency wordt lead agency binnen het zogenoemde Friends of Cartel waar alle partijen in opgaan. Doel is om binnen deze groep te bouwen aan merken en campagnes over sectoren heen.

Met Friends of Cartel wil men zorgen dat gespecialiseerde bureaus meer ruimte krijgen om te groeien onder hun eigen naam.

Cartel is een woord met gelaagdheid. Latijns van oorsprong. In onze taal klinkt het als ‘gilde’. Of, voor sommigen, met een scherp randje. ‘Oorspronkelijk betekent het een samenwerking. Een vereniging van vakmensen. En dat is exact wat wij zijn: een collectief van jonge wolven en doorwinterde experts. Mensen die kiezen voor een vak. Voor het ambacht van merken, marketing en communicatie,’ vertelt CEO Tom Van den Bergh.

Naast Cartel Agency zijn dit de vier gespecialiseerde bureaus die deel uitmaken van de groep:

Cartel Works — Gespecialiseerd in employer branding en recruitmentmarketing.
HeadOffice — Gespecialiseerd in contentmarketing en custom publishing.
Lex&Turner — Gespecialiseerd in branding en design met karakter.
RCA PR — voor PR in alle vormen: corporate en lifestyle, influencer marketing en crisiscommunicatie.