Feed-aggregator
‘Duits e-commerce 2025 naar 110 miljard euro’
Onderzoeksbureau IFH Köln denkt dat e-commerce op de consumentenmarkt in Duitsland dit jaar met 5,7 procent groeit tot 110 miljard euro.
Daarmee lijkt de aarzelende trend van afgelopen jaren te zijn gekeerd.
Marktexpert Hansjürgen Heinick duidt: “Online retail wint weer aan momentum en de drijfveren zijn divers. De digitalisering van fysieke winkels, sociale media en de smartphone als constante metgezel zorgen ervoor dat aankopen steeds vaker online plaatsvinden.”
“Tegelijkertijd versnelt de afnemende dichtheid van fysieke winkels de groei en maken lokale tekorten in de toeleveringsketen online winkelen in sommige gebieden een noodzakelijke optie.”
De FMCG-sector is de belangrijkste aanjager van online retail, met een groei tot 14,6 procent. Online supermarkten als Picnic kunnen profiteren van dit type vraaggroei. De gezondheids- en wellnesssector is naar de tweede plaats gestegen, tot 8,8 procent.
De retaildeskundigen van IFH uit Keulen schetsen dat online retail in Duitsland in 2029 tot 141 miljard euro kan groeien.
De Duitse e-commercemarkt maakt zich op voor een roerige periode nu Wero daar door de Europese banken is geïntroduceerd. Duitsland kent geen lokaal betaalsysteem zoals wij iDeal kennen. Paypal is daar dominant, maar dat heeft sinds vorige maand te maken met een goedkopere concurrent uit het lokale ecosysteem. De consument zou daarvan kunnen profiteren als winkeliers eventuelel besparingen doorberekenen aan hun klandizie.
Foto: Serj Sakharovskiy / Unsplash
State of Tomorrow sluit zich aan bij nlmtd Group
State of Tomorrow is verkocht en wordt daardoor onderdeel van de nlmtd group.
De partijen maakten de overname van het strategisch design agency uit Amsterdam, voorheen bekend als Edenspiekermann, eerder vanochtend bekend.
Ze leggen uit: “Hiermee worden de kracht van nlmtd op het gebied van strategie, duurzaamheid, innovatie en transformatie verbonden met de expertise van State of Tomorrow in toekomstgericht denken en product, service en brand design.”
State of Tomorrow van managing director Vanessa Flink krijgt bovendien aansluiting tot nlmtd Tech Discovery, waar de nieuwe eigenaar technologieonderzoek, venture building en open innovatie doet.
Financiële details zijn onbekend.
State of Tomorrow blijft actief als een zelfstandige entiteit binnen de nlmtd-groep.
Datacenters verbruiken 4,6 procent van de elektriciteit
In 2024 verbruikten datacenters 5 100 GWh elektriciteit, oftewel 4,6 procent van het totale elektriciteitsverbruik van Nederland. Dit is gelijk aan het elektriciteitsverbruik van bijna 2 miljoen woningen. Hiermee zet de toename van het elektriciteitsverbruik van datacenters door, zij het wat minder sterk. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers.
In Nederland staan ongeveer 200 datacenters, waarvan de meeste rondom Amsterdam. Er bestaan verschillende typen datacenters: naast de grote van cloudproviders en techbedrijven, hebben sommige bedrijven en instellingen (zoals universiteiten en ziekenhuizen) eigen faciliteiten voor grootschalige dataopslag en -verwerking. Deze laatste groep is in dit bericht niet meegeteld; deze cijfers gaan alleen over de elektriciteitsaansluitingen waarvan het datacenter de hoofdactiviteit is.
De elektriciteitslevering aan deze datacenters is ten opzichte van 2021 met 37 procent gestegen tot 5 100 GWh. Het percentage ten opzichte van het totale elektriciteitsverbruik van Nederland steeg van 3,3 procent in 2021 naar 4,6 procent in 2024. Deze toename is kleiner dan tussen 2018 en 2021. Toen nam de elektriciteitslevering aan datacenters nog met 58 procent toe.
De toename in elektriciteitslevering aan datacenters is vooral te zien bij de groep grote datacenters met een totale levering van meer dan 10 GWh. Deze groep van ongeveer 45 datacenters is gezamenlijk goed voor ongeveer 90 procent van de totaal geleverde elektriciteit aan datacenters. Over de laatste jaren is het aantal grote datacenters ongeveer gelijk gebleven, maar de totale elektriciteitslevering aan deze groep datacenters is wel toegenomen. Binnen deze groep wordt dus steeds meer elektriciteit verbruikt.
Techreuzen pakken bijna alle extra reclamegelden
De wereldwijde reclamemarkt groeit dit jaar harder dan verwacht, maar wie denkt dat dit goed nieuws is voor het hele ecosysteem, heeft het mis.
Alphabet, Meta en Amazon pakken gezamenlijk 56,1 procent van alle advertentie-uitgaven buiten China, en dat aandeel stijgt volgend jaar naar 58 procent. Van elke extra reclamedollar die op de markt komt, gaat het overgrote deel naar deze drie spelers.
De rest van de markt moet het doen met de kruimels, zo bevestigen nieuwe cijfers een trend die al jaren gaande is.
Marktonderzoeker WARC heeft zijn prognose voor 2025 opwaarts bijgesteld naar een groei van 8,9 procent, goed voor een totaal van 1.190 miljard dollar. Dat is 1,5 procentpunt meer dan het onderzoeksbureau in september voorspelde. De verhoging komt vooral door sterke resultaten van de grote techplatforms en omdat handelstarieven minder impact hebben dan gevreesd. Volgend jaar kan de markt zelfs met 9,1 procent groeien naar 1,3 biljoen dollar.
Achter die ronkende cijfers schuilen echter fundamenteel verschoven machtsverhoudingen. “De reclamewereld heeft zich losgemaakt van de economische cyclus en gedraagt zich op een manier die niet meer aansluit bij de echte economie”, zegt Alex Brownsell. IAB Europe deed exact diezelfde constatering in zíjn jaaroverzicht, dat het vorige week met de markt deelde.
Partijen als Google, Facebook en Amazon beschikken over zaken als AI-gedreven optimalisatie, creatieve automatisering en een first-party data-infrastructuur. Niemand anders in de wereld heeft zo’n verfijnde machine, waardoor lokale partijen eigenlijk altijd achter staan.
Ook andere ontwikkelingen spelen de grootmachten in de kaart. De kostenlagen in de reclamewereld krimpen, waardoor meer van elke advertentie-euro rechtstreeks naar de grote platforms gaat. Lagere creatieve kosten door AI-tools, krappere marges bij bureaus en goedkopere ad-tech diensten dragen allemaal bij aan de blijvende voorspoed van big tech.
Opvallend is dat terwijl de advertentie-uitgaven vooruit razen, de meeste andere economische indicatoren er kwetsbaar uitzien. Reële lonen groeien amper in veel ontwikkelde markten, inflatie holt de koopkracht uit en hogere rentetarieven maken lenen duurder voor merken. De onderzoekers: “Voor veel grote adverteerders komt groei vooral uit prijsstijgingen in plaats van volume, wat de strategische waarde van merkopbouw vergroot ondanks zwakke consumentenvraag.”
Van marketeers die volgend jaar een hoger budget verwachten, is meer dan de helft van plan om meer te investeren in merk.
Foto: Todd Cravens / Unsplash
Bijna 3 op de 5 consumenten vervangt traditionele zoekmachines door GenAI voor productaanbevelingen
Een gebrek aan vertrouwen bij het gebruik van Artificiële Intelligentie (AI) kan directe commerciële gevolgen hebben voor bedrijven. Waar AI eerder vooral ‘top of mind’ was, is er nu sprake van een duidelijke toename in dagelijkse toepassingen van prijsbepaling in webshops tot geautomatiseerde klantenservice. De keerzijde is een kritische consument wanneer bedrijven AI niet juist implementeert. Dat blijkt uit het nieuwe rapport ‘AI and Consumers’ van het Capgemini Research Institute.
Het vertrouwen in AI is het hoogste bij Gen Z en Millenials (38%), tegenover Gen X (8%) en Babyboomers (10%). Een meerderheid van consumenten (53% wereldwijd, 54% in Nederland) geeft aan bereid te zijn extra te betalen voor AI diensten van een bedrijf die cyber security en databescherming beloven blijkt uit het nieuwe rapport ‘AI and Consumers’ van het Capgemini Research Institute.
34% (26% in Nederland) van de respondenten vertrouwt AI-aanbevelingen zonder ze dubbel te checken en 75 procent staan open voor GenAI shop aanbevelingen. Wereldwijd zegt 48%, en in Nederland zegt 50%zelfs dat AI hen helpt bij het maken van betere beslissingen tijdens het winkelen.
Consumenten willen dat AI vóór lancering met diverse groepen wordt getest, en dat het bewijs daarvan in begrijpelijke taal wordt gedeeld (63% wereldwijd, 59% in Nederland). Bijna twee op de vijf respondenten pleiten voor vertraging tot veiligheid en eerlijkheid beter geregeld zijn, vinden dat AI‑bedrijven wettelijk aansprakelijk moeten zijn bij schade (67% wereldwijd, 74% in Nederland), en willen strikte grenzen aan nep politiek beeld, video en audio (61% wereldwijd, 60% in Nederland).
Bijna twee op de vijf consumenten zijn bereid extra betalen voor AI-tools met premium abonnementen, waar men meer krijgt dan bij de gratis mogelijkheden. Momenteel heeft één op de vijf al minstens één betaald AI‑abonnement. Daarnaast geeft 44% aan extra te willen betalen voor traditionele abonnementen zodra deze worden verrijkt met AI-functionaliteit. Deze bereidheid benadrukt dat consumenten waarde zien in geavanceerde, door AI ondersteunde toevoegingen.
AI agents, oftewel een autonome software-assistent die doelen begrijpt, besluiten neemt en acties uitvoert namens de gebruiker, vaak door meerdere tools en data te combineren worden steeds beter begrepen. 42% zegt het concept en de capaciteiten te begrijpen, terwijl 25% agents kan onderscheiden van andere (Gen)AI.
Intussen neemt vertrouwen in die autonomie toe: directive taken in Claude stegen van 27% naar 39%. Het toepassingspotentieel is breed van deze agents. Consumenten zien ze graag autonome keuzes maken in de sectoren financiën (43%), zorg (42%) en publieke diensten/telecom (tot 54%). In 2030 verwachten mensen dat AI voornamelijk als collega (65%), persoonlijke coach (53%) en in mindere maten als therapeut (23%) en beste vriend (15%) deel uitmaakt van hun leven.
Glasvezel zorgt voor groei Nederlandse breedbandmarkt
De Nederlandse markt voor thuisinternet blijft groeien. De aanwas van aansluitingen via glasvezel en vast-draadloos internet (FWA) compenseren het verlies aan kabel- en DSL-aansluitingen. Het totale aantal breedbandverbindingen komt in het derde kwartaal van 2025 uit op 7,73 miljoen. Tegen 2029 zullen het er meer dan 8 miljoen zijn. Dit blijkt uit nieuw onderzoek door Telecompaper.
De groei vertraagt wel in 2025: sinds begin dit jaar zijn er minder dan 50.000 aansluitingen bijgekomen. Telecompaper verwacht over heel 2025 een toename van minder dan 1 procent, tot ongeveer 7,76 miljoen aansluitingen. De gemiddelde jaarlijkse groei tot en met 2029 wordt geraamd op 0,9 procent.
Momenteel maakt 47 procent van de huishoudens gebruik van glasvezel. Dat aandeel groeit naar verwachting door tot 58 procent in 2029. Het gebruik van kabelaansluitingen daalt in diezelfde periode van 37 naar circa 30 procent. Voor DSL neemt dit af tot slechts 6 procent, vooral door de uitfasering van koperlijnen.
De introductie van vast-draadloos internet (FWA) door Odido in 2024 draagt eveneens bij aan de marktgroei. Telecompaper schat dat FWA inmiddels goed is voor meer dan 1 procent van het totale aantal breedbandaansluitingen en verwacht een marktaandeel van ruim 5 procent in 2028.
IAB Europe verwacht 14 miljard nieuwe reclame-investeringen
De Europese digitale reclamemarkt toont verrassende veerkracht ondanks economische onzekerheid. IAB Europe voorspelt voor 2025 een groei van 8,4 procent en een verdere acceleratie naar 9,1 procent in 2026, gedreven door cross-border adverteerders en kleine bedrijven.
De traditionele veronderstelling dat reclamebestedingen nauw verweven zijn met de gezondheid van de economie klopt niet meer. Dat is de opvallende conclusie van hoofdeconoom Daniel Knapp van IAB Europe, die eind vorige week de jaarlijkse State of the Nation-presentatie verzorgde voor de Europese reclame-industrie.
“We zien een progressieve ontkoppeling tussen consumentenbestedingen en advertentie-uitgaven”, aldus Knapp tijdens het virtuele bijeenkomst. Waar het consumentenaankooppatroon in de Europese Unie de afgelopen kwartalen nauwelijks groeide, laat de reclamemarkt een heel ander beeld zien. In Duitsland, Europa’s grootste economie, is de correlatie tussen BNP en advertentie-uitgaven zelfs volledig verdwenen sinds de coronapandemie.
De verklaring ligt volgens Knapp in de verschuiving van focus. “Ad spend is meer een uitdrukking van winstgevendheid van een bedrijf geworden dan van de hele economie”, beschrijft hij. Een fundamentele verandering ten opzichte van eerdere decennia. Amerikaanse bedrijven hebben hun winstgevendheid sinds 2005 verdubbeld, terwijl Europese bedrijven grotendeels stagneren. Dit verklaart waarom veel advertentiegeld van grote corporates met mondiale budgets komt, met name vanuit de Verenigde Staten.
Voor 2024 registreerde IAB Europe een digitale advertentiegroei van 12,5 procent, oplopend tot 119 miljard. De oorspronkelijke verwachting voor 2025 lag op 6,5 procent, maar die is inmiddels opwaarts bijgesteld naar 8,4 procent. Voor 2026 wordt een verdere versnelling naar 9,1 procent verwacht.
Een opvallende groeifactor is de toestroom van cross-border adverteerders, en dan met name uit China. Dat zijn e-commercespelers die massaal adverteren op westerse platforms om consumenten te bereiken.
Ondanks de verzadiging bij grote adverteerders ziet Knapp aanzienlijk groeipotentieel bij kleinere Europese bedrijven. Momenteel adverteert slechts 32,6 procent van alle EU-bedrijven met tien of meer medewerkers online. In Nederland ligt dit percentage op 42,5 procent.
De verwachting is dat dit EU-aandeel stijgt naar 34,9 procent in 2025 en 38 procent in 2026, gedreven door de groeiende toegankelijkheid van online advertentieplatformen. Anders gezegd: het is makkelijker geworden om online te adverteren. Niet in het minst omdat techreuzen het proces van A tot Z begeleiden en helder rapporteren over verrichtingen en resultaten.
IAB Europe berekent dat deze uitbreiding tussen 2025 en 2026 circa 14 miljard euro aan nieuwe uitgaven kan opleveren voor de Europese markt. Vooral kleine ondernemingen, die tot nu toe ondervertegenwoordigd waren, vormen het grootste groeipotentieel.
De prioriteiten van adverteerders verschuiven fundamenteel. De hoofdeconoom van IAB Europe analyseerde de earnings calls van grote bedrijven. Het blijkt dat marketing steeds vaker wordt gekoppeld aan financiële doelstellingen. De functies van marketing en financieel directeur groeien letterlijk naar elkaar toe in verantwoordelijkheden.
Hij illustreert: grote merken als Unilever, Bayer en Estée Lauder zetten met hun campagnes steeds nadrukkelijker in op meetbare resultaten en ROI. Unilever is van plan van de helft van zijn budgetten te spenderen via influencers en socialmedia, een behoorlijke inspanning om organisationeel in te richten.
Knapp pleit ervoor om niet langer in traditionele kanalen te denken, maar in ecosystemen. “We zien een fundamentele reorganisatie waarin grote spelers zoals Amazon alle onderdelen integreren: van creatieve tools tot volledige mediaorkestratie en optimalisatie”. Deze verschuiving heeft grote gevolgen voor traditionele uitgevers, die gemiddeld 2,8 procent krimp lieten zien in Europa.
Retailmedia blijft groeien, al is volgens Knapp het laaghangende fruit in dit domein wel geplukt. Naar zijn berekening zijn er in Europa en omgeving 143 retailmedianetwerken in bedrijf. Kortom, een sterk versnipperd landschap zonder al te heuse, breedgedragen standaarden.
De verschuiving naar off-site retailmedia, waarbij retailerdata wordt geactiveerd op externe platforms, draagt bij aan ongeveer 40 procent van de groei in dit segment.
De creator economy groeit explosief en diversifieert snel. Uit data blijkt dat het aantal views dat nodig is om de top-10 van merksponsors op YouTube te bereiken, is gedaald tussen de eerste helft van 2024 en 2025. Dit wijst op een bredere spreiding en toegang voor kleinere creators.
Merken als Unilever investeren inmiddels substantiële budgetten in creator partnerships, maar benadrukken dat dit complexe infrastructuur en transformatie vereist. “Je kunt niet zomaar creators inkopen”, waarschuwt Knapp. “Het vereist nieuwe engines en vaardigheden”.
Dit beeld schetste The Cirqle, een Nederlands, internationaal werkend bemiddelingsplatform voor creators, adverteerders en hun bureaus, begin dit jaar al. Een analyse van campagneresultaten van vele duizenden internationale influencers liet toen zien dat adverteerders het meeste waar voor hun geld krijgen bij de allerkleinste creators.
In het kort
- De Europese digitale reclamemarkt groeit verrassend sterk met verwachte stijgingen van 8,4% in 2025 en 9,1% in 2026, ondanks economische onzekerheid.
- Kleine Europese bedrijven vormen het grootste groeipotentieel, met een verwachte toename van online adverteren van 32,6% naar 38% in 2026.
- Adverteerders verschuiven naar meetbare resultaten en geïntegreerde ecosystemen, waarbij marketing steeds meer wordt gekoppeld aan financiële doelstellingen.
Foto: Charles Patrick Ewing (cc)
Coolblue naar Berlijn
Coolblue opent een nieuw logistiek centrum nabij Berlijn om te beginnen met next-day delivery. Een fysieke winkel zal ook niet lang op zich laten wachten. Voor aanstaande zomer zijn er twee in de hoofdstad.
Vlakbij luchthaven Berlijn Brandenburg en de IKEA daar opende Coolblue vorige week een magazijn van 2.600 vierkante meter. Van daar uit gaat het next-day leveringen verzorgen en installatiediensten voor huishoudelijke apparatuur en televisies.
In het tweede kwartaal van volgend jaar wil de elektronicareus uit Rotterdam aan de Tauentzienstraße zijn eerste Berlijnse winkel openen (1.800 m2). Dat is hartje centrum, daar waar ook andere detailreuzen hun hoofdstedelijke winkels hebben.
Vanuit de nieuwe, meest oostelijke locaties gaat het 4,7 miljoen mensen in de regio rond de hoofdstad bedienen.
Kleinere elektronische producten zoals smartphones en laptops worden al landelijk bezorgd via partner DHL, maar Coolblue levert nu ook grote huishoudelijke apparaten en televisies, besteld via Coolblue.de of de app, op de door de klant gewenste datum, vanaf de eerstvolgende werkdag, met eigen bezorgservice.
Urs Möller, country manager Duitsland bij Coolblue: “Volgend voorjaar openen we onze winkel aan de Kurfürstendamm.” Ook hartje centrum, maar dan met chiquere buren als Balenciaga, Hermès en Cartier.
Foto: Andreas Niendorf / Unsplash
Prospectgesprekken: kwantiteit v. kwaliteit
Reddit daagt Australië voor hoogste rechter over social-media-verbod
Reddit heeft een rechtszaak aangespannen bij het High Court van Australië om het landelijk ingevoerde verbod op sociale media voor personen onder de 16 jaar te laten vernietigen. Het bedrijf stelt dat de wet een inbreuk is op de impliciete vrijheid van politieke communicatie die in de Australische grondwet wordt erkend.
Volgens Reddit moet de wet worden verklaard als ongeldig, omdat deze de vrijheid van politieke expressie aantast. Mocht de rechter echter besluiten dat de wet geldig is, dan vraagt Reddit in elk geval om uitzondering van zijn eigen platform, omdat het volgens het bedrijf niet aan de juridische definitie van een sociale-media-dienst voldoet.
Het verbod op sociale media voor jongeren onder de 16 jaar ging twee dagen eerder in, waarmee Australië het eerste land ter wereld werd met zo’n landelijke minimumleeftijdsregel. Reddit en negen andere platforms, zoals Instagram, YouTube en TikTok, hebben meer dan een jaar tegen de maatregel geageerd voordat ze uiteindelijk aangaven ermee te zullen voldoen.
Platformen die zich niet houden aan de regels riskeren boetes tot 49,5 miljoen Australische dollar (ongeveer 33 miljoen Amerikaanse dollar).
Starlink registreert merk ‘Starlink Mobile’
Satelliet- en breedbandbedrijf Starlink van SpaceX lijkt op zijn minst te overwegen om mobiele aanbieder te worden op de internationale markt.
Het bedrijf van Elon Musk diende, naar nu blijkt, een aanvraag in om de merknaam ‘Starlink Mobile’ te kunnen claimen.
Bij de autoriteiten omschrijft aanvrager SpaceX zijn dienstverlening als ‘telecommunicatiediensten, namelijk tweerichtings-realtimetransmissie van spraak, audio, video en data via draadloze telecommunicatieapparatuur en satellietnetwerken’.
In 2022 sloot SpaceX in de VS een deal met T-Mobile om samen mobiel bereik te brengen naar witte vlekken op de Amerikaanse dekkingskaart. Sindsdien werden er een kleine zesduizend nieuwe Starlink-satellieten in een baan om de aarde gebracht. Die bieden nagenoeg overal te wereld mobiele dekking voor breedbandinternet. Telefonie staat in de kinderschoenen.
Foto: Ralf Steinberger (cc)
RTL AdAlliance in programmatic met Adform
Adform sluit een samenwerking met RTL AdAlliance waardoor adverteerders toegang krijgen tot de programmatic reclamevoorraad op digitale RTL-kanalen.
Praktisch houdt dat in, dat merken een inkooploket krijgen (jargon: DSP) waar ze hun programmatic campagnes kunnen inkopen bij tientallen titels in twaalf landen.
Oostenrijk is het eerste land waar de DSP van start gaat, de andere landen volgen begin 2026.
Adverteerders kunnen hier gerichte televisiereclame laten weergegeven op bijvoorbeeld smart TV’s. De belangrijkste videoformaten in deze omgeving zijn L-banners, bumper/switch in spot en fullscreen spots.
De eerste is een L-vormige advertentie die zich rond het huidige televisieprogramma plaatst. De reclame wordt weergegeven zonder het programma volledig te onderbreken, waardoor het niet storend werkt voor de kijker.
Bumper/Switch is een korte advertentie die zich over het huidige programma legt en wordt omlijst door een redactionele verwijzing. Dit format is compact en minder opdringerig.
RTL AdAlliance is niet hetzelfde als Ad Alliance van RTL in Nederland. Het is wel een inkooploket voor adverteerders, maar staat los van het internationale RTL-netwerk. Immers, RTL Nederland is tegenwoordig onderdeel van DPG Media.
Spotler koopt Capital ID
Spotler Group kondigt de overname aan van Capital ID, een Nederlandse SaaS-aanbieder gespecialiseerd in digital asset management (DAM) en brand management-technologie.
Financiële details van de overname zijn niet bekendgemaakt.
Met deze acquisitie vergroot Spotler Group zijn mogelijkheden om organisaties te ondersteunen bij het creëren van consistente, on-brand communicatie vanuit de marketingtools die het reeds aanbiedt.
Capital IDs platform combineert templating, digitale huisstijlgidsen, assetmanagement, microsites, campagnebeheer en aanpalende zaken rondom het digitaal beheer van merkuitingen en -identiteit.
Foto: Brands&People / Unsplash
Bedrijven gebruiken AI vaakst voor marketing of verkoop
Een op de zes bedrijven gebruikt in 2025 AI, een verdubbeling ten opzichte van twee jaar eerder. Bedrijven gebruiken vooral meer textmining en spraakherkenning, en zetten kunstmatige intelligentie het vaakst in voor marketing of verkoop. Dit blijkt uit recente cijfers over ICT-gebruik bij bedrijven van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Zowel kleine als grotere bedrijven zijn meer kunstmatige intelligentie (AI-technologieën) gaan gebruiken. De toename is het sterkst bij bedrijven met 50 tot 250 werkzame personen (van 20 procent in 2023 naar 45 procent in 2025).
Van de bedrijven die software of systemen op basis van AI gebruiken, doet 35 procent dit voor marketing of verkoop. 32 procent zet AI in voor bedrijfsadministratie of bestuurstaken (zoals risicobeoordeling, selectie van sollicitanten, vertalingen of planning) en 25 procent voor R&D (onderzoek en ontwikkeling) of innovatie. Het minst gebruiken bedrijven AI voor logistieke doeleinden (4 procent).
Bijna de helft van de bedrijven in de handel en ongeveer 40 procent van de bedrijven in informatie en communicatie (zoals informatietechnologie, uitgeverijen en telecommunicatie), en verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening, gebruikt AI voor marketing of verkoop. Ruim de helft van de bedrijven in de financiële dienstverlening gebruikt AI voor bedrijfsadministratie of bestuurstaken.
Bedrijven gebruiken het vaakst de AI-technologieën textmining (het analyseren van geschreven tekst: 12 procent van de bedrijven) en natural language generation (het genereren van geschreven of gesproken tekst: 8 procent). Het gebruik van textmining neemt toe van 4 procent in 2023, naar 12 procent in 2025. Ook het gebruik van spraakherkenning verdrievoudigde. Bedrijven maken ook meer gebruik van machine learning en natural language generation.
Bedrijven in de informatie en communicatie gebruiken met 54 procent het vaakst een of meer AI-technologieën. In 2023 was dit nog 28 procent. Ook bedrijven in de specialistische zakelijke dienstverlening (zoals accountancy, reclame en marktonderzoek, en industriële ontwerp en vormgeving) en financiële dienstverlening gebruiken relatief vaak AI. De horeca, vervoer en opslag, en bouwnijverheid passen dit het minst vaak toe (6 tot 7 procent).
Drie kwart van de bedrijven gebruikt geen AI-technologie en heeft dat ook niet overwogen. Bedrijven die dit wel hebben overwogen maar het toch niet gebruiken, noemen gebrek aan ervaring als belangrijkste reden (73 procent). Ook privacy en onduidelijkheid over de juridische gevolgen, zoals aansprakelijkheid bij schade, spelen een rol: 49 procent van de bedrijven noemt privacy als reden om geen AI-technologie te gebruiken, 42 procent noemt juridische gevolgen. Een klein deel (15 procent) van de bedrijven zegt dat ze het gebruik van AI niet nuttig vinden.
Taskforce wint Grote Prijs tijdens jubileumeditie Dutch Search Awards
Op 12 december vierde de Nederlandse search-industrie het tienjarig jubileum van de Dutch Search Awards. Tijdens een feestelijke awardshow in DeFabrique in Maarssen stonden de meest succesvolle en innovatieve campagnes van het jaar centraal.
Taskforce ontving de felbegeerde Grote Prijs. De publieksstemmen gaven daarbij de doorslag, tijdens een avond die volledig in het teken stond van de kracht van search.
Voor deze jubileumeditie introduceerden de Dutch Search Awards nieuwe categorieën die perfect aansluiten op de ontwikkelingen in het vakgebied. DoubleSmart won samen met Student Verhuis Service de award voor ‘Beste generative engine optimization campagne’. Fightclub en Kamado Joe wonnen ‘Beste creative-first campagne’. Maatwerk Online en Interparking ontvingen de award voor ‘Beste gebruik van marketing automation’ én die voor ‘Beste SEO lokale campagne’.
Maatwerk Online ging uiteindelijk met drie awards naar huis en werd ook benoemd tot ‘Best Agency Small’. Ook Fingerspitz sleepte drie awards in de wacht: zij werden uitgeroepen tot ‘Best Agency Large’ en wonnen samen met LedstripKoning de prijzen voor ‘Beste search campagne buiten search engines’ en ‘Beste social advertising campagne’.
Tiborg Wulffele werd verkozen tot ‘Beste Consultant’, Taskforce won de titel ‘Beste Newcomer’ en HEMA werd bekroond voor het ‘Beste In-house Team’.
Producthero was hoofdsponsor van deze jubileumeditie. De awards werden daarnaast mede mogelijk gemaakt door Channable, AdCalls, Billy Grace, Klaviyo, TrackBee en mediapartner EMERCE.
De Dutch Search Awards erkennen, vieren en bekronen bijzondere prestaties in search marketing. Deze tiende editie liet opnieuw zien: de toekomst van search is creatiever, technischer én innovatiever dan ooit.
iRobot vraagt faillissementsbescherming aan; fabrikant wil Roomba-maker overnemen
iRobot, de fabrikant van Roomba-robotstofzuigers, heeft faillissementsbescherming aangevraagd onder Chapter 11 in de staat Delaware (VS). Tegelijk heeft het bedrijf een plan gepresenteerd om zijn activiteiten voort te zetten via een overname door zijn belangrijkste fabrikant en geldschieter.
Het Amerikaanse robotbedrijf worstelt al langer met financiële problemen, mede door felle concurrentie van goedkopere Chinese merken en hogere productiekosten als gevolg van Amerikaanse importtarieven, waaronder een tarief van 46 procent op producten die in Vietnam worden gemaakt.
In 2023 nam iRobot grote schulden op zich bij een lening die werd afgesloten in verband met een geplande overname door Amazon. Die deal ging later niet door vanwege bezwaren van regelgevers, wat de financiële druk verder heeft vergroot. De schuldenlast vormde een zware last voor het bedrijf.
Het plan in het Chapter 11-proces houdt in dat Picea Robotics, een Chinese contractfabrikant die eerder de schulden overnam, de volledige eigendom van iRobot zal verwerven. Daarbij worden de bestaande lening en een extra schuld van circa 74 miljoen dollar overgenomen. Andere schuldeisers en leveranciers krijgen volgens het plan volledige betaling.
iRobot benadrukt dat klantenzorg, de app, service en partnerschappen ongewijzigd blijven tijdens de herstructurering. Het bedrijf, opgericht in 1990 en gevestigd in Bedford (Massachusetts), blijft naar verwachting operationeel terwijl de overname wordt afgerond.
Wennink waarschuwt voor massale banenomslag door AI
Kabinetsadviseur Peter Wennink legt in zijn langverwachte welvaartrapport de vinger bij een urgente noodzaak: grootschalige reskilling van werknemers. De digitaliseringsslag en opmars van kunstmatige intelligentie gaan volgens hem onvermijdelijk leiden tot massaontslagen, waarbij flexibiliteit cruciaal wordt.
De eerste signalen zijn al zichtbaar. ABN AMRO kondigde onlangs grootschalige reorganisaties aan, en volgens Wennink is dat pas het begin. “Ik kan nu verzekeren, er komen er meer”, stelde de oud-ASML-topman vrijdag tijdens de presentatie van zijn adviesrapport over toekomstige welvaart. Die ontslagen zijn volgens hem het directe gevolg van de digitalisering en AI-trend die het Nederlandse bedrijfsleven de komende jaren fundamenteel gaat hervormen.
“De digitaliseringstrend en AI-trend zijn onmiskenbaar en zullen leiden tot het verlies van banen, maar ook tot het creëren van nieuwe banen.”
Reskilling noemt Wennink daarom een van de drie cruciale pijlers voor talentontwikkeling, naast excellent onderwijs en het aantrekken van buitenlands talent. Het gaat daarbij niet alleen om het verplaatsen van kantoormedewerkers naar andere bureaufuncties. “We moeten ons realiseren dat we niet van het ene bureau naar het andere gaan, maar misschien wel van bureau naar de zorg of naar de energiesector.”
Deze vorm van mobiliteit vraagt volgens Wennink om een fundamentele koerswijziging in arbeidsmarktbeleid. Het onderwijs en de arbeidsmarkt moeten flexibeler worden ingericht om zich aan te passen aan wat hij omschrijft als ‘de nieuwe realiteit van verandering en flexibiliteit’. Hij pleit voor fiscale regelingen in het bedrijfsleven om reskilling te stimuleren, omdat de huidige structuren onvoldoende zijn toegerust op de snelheid waarmee technologie de arbeidsmarkt transformeert.
Infrastructuur loopt achter bij AI-ambities
Terwijl de kabinetsadviseur hamert op de noodzaak van persoonlijke omscholing, wijst hij tegelijkertijd op een hardnekkig infrastructureel knelpunt dat de Nederlandse AI-ambities in de weg staat. “Als we moeten steunen op AI moeten we meer data gebruiken. Dus waar zijn die datacenters?” vraagt hij zich hardop af. Van de 342 gemeenten in Nederland willen er 340 geen datacenter binnen hun grenzen, een klassiek geval van het niet-in-mijn-achtertuin-syndroom.
Het gebrek aan datacenterruimte leidt ertoe dat Amsterdam, van oudsher een Europees datacentrum-knooppunt, terrein verliest aan Frankfurt en Parijs.
Die infrastructuurachterstand past in een breder Europees probleem. Het continent beschikt slechts over vijf procent van de wereldwijde rekencapaciteit, aldus Wennink. “Als we dan praten over digitalisering en over AI, is vijf procent dan voldoende als we die innovatie willen aanjagen? Ik denk het niet.” Hij pleit daarom voor een AI-gigafabriek om dat tekort aan te pakken.
De Dutch Data Center Association bracht in het Wennink-project de Dutch Data & Energy Clusters in. In een reactie aan de pers zegt de belangengroep dat ze staan te trappelen om aan de slag te mogen. De sector is bereid 10 miljard euro privaat kapitaal te investeren in moderne, energie-efficiënte digitale infrastructuur.
Ongemakkelijke keuzes in het verschiet
De digitale transitie dwingt volgens Wennink tot wat hij omschrijft als dwingende maatregelen, vooral op het gebied van STEM-onderwijs. Nederland bungelt onderaan in Europa wat betreft het aantal studenten in technische richtingen, met alleen België dat het nog slechter doet. De rapporteur erkent dat zijn voorstellen om beta-studies financieel aantrekkelijker te maken gaan schuren, omdat dat betekent dat schaarse onderwijsmiddelen anders moeten worden verdeeld.
Die pijn strekt zich verder uit dan het onderwijsveld alleen. Bedrijven investeren liever elders als de randvoorwaarden in Nederland niet op orde zijn, stelt Wennink. Hij noemt de staatssteunregels als bijzonder hinderlijk voor start-ups: een jonge onderneming met een magere balans krijgt geen subsidie omdat het bedrijf als ‘in moeilijkheden’ wordt beschouwd, waardoor financieringsplannen in het honderd lopen.
Het zijn allemaal voorbeelden van hoe digitalisering en AI niet alleen werknemers raken, maar het hele economische ecosysteem. Zonder aanpassingen in regelgeving, infrastructuur en talent dreigt Nederland volgens Wennink zijn positie op cruciale technologiegebieden kwijt te raken aan landen die wel doortastend investeren en hervormen.
Afsluitend zegt de oud-topman van ASML in reactie aan een journalist: “Kijk, als het makkelijk was, dan hadden we het al gedaan. Als je een complex probleem hebt, dan is de oplossing complex en multifunctioneel.”
“Het gaat monetaire pijn, simpelweg omdat we moeten investeren. Het geld moet ergens vandaan komen. Maar ook maatschappelijke pijn, omdat de visies die mensen hebben zich zullen moeten aanpassen aan de realiteit van vandaag. We moeten wel dingen geregeld krijgen. We kunnen niet allemaal onze zin hebben. Daar gaat het ook pijn doen.”
Tot 200 miljard euro nodig
Om allen plannen uit te voeren heeft Nederland in de komende jaren ergens tussen de 150 en 190 miljard euro nodig. Komt dat er niet, dan komen tal van verworvenheden in het gevaar. Daarom moet er een soort nationale investeringsbank komen om de kickstart te geven aan vroege fase innovaties en randvoorwaardelijke investeringen. Dat is op de punten waar de private markt nog niet aan toe is.
Een nationaal agentschap voor baanbrekende innovatie moet helpen die hele vroege fase aan te jagen. Het is key dat deze fase niet ten prooi mag vallen aan politiek opportunisme. Die bank zou ergens tussen de 10 en 20 miljard aan kapitaal bevatten. Dat kapitaal kan een factor van 3 tot 5 worden vermenigvuldigd via de internationale geldkapitaalmarkt, afhankelijk van het risicoprofiel.
OpenAI, Block en Anthropic dragen agenttechnologieën over
De techbedrijven brengen hun respectievelijke AI-technieken onder het dak van de Linux Foundation voor eenduidige doorontwikkeling van de agentsystematiek.
Vorige week richtte de Linux Foundation daartoe de Agentic AI Foundation (AAIF) op, een neutrale thuisbasis voor opensourceprojecten die de ontwikkeling van autonome AI-systemen moeten vormgeven.
Dit initiatief richt zich op het effenen van de weg vooruit voor MCP (Anthropic), goose (Block) en AGENTS.md (OpenAI). Dat zijn prille technieken die zich afgelopen jaar hebben bewezen als bijzonder nuttig in de AI-wereld.
Anthropic draagt het Model Context Protocol (MCP) over, een verbindingsstandaard die AI-modellen toegang geeft tot tools, data en applicaties. Block komt met goose, een opensourceframework voor lokale AI-agents. OpenAI levert AGENTS.md, een conventie die AI-coding-agents helpt om betrouwbaar te werken in verschillende repositories.
Bij dat laatste gaat het eigenlijk om een instructiebestand, een soort handleiding, dat programmeurs in hun project zetten. Het vertelt AI-assistenten zoals ChatGPT of Cursor hoe het project werkt: welke commando’s moet je runnen om een programma te starten? Hoe schrijven we hier code (welke regels, stijl)? Waar zitten de belangrijke bestanden? Anthropic en Gemini CLI supporten eigen varianten van AGENTS.md.
Goose is dan weer een soort assistent die helpt bij code schrijven en MCP is een technisch bruggetje tussen tools, AI’s en datasets. Inmiddels zijn er meer dan tienduizend gepubliceerde MCP-servers die alles dekken, van ontwikkeltools tot implementaties bij Fortune 500-bedrijven.
OpenAI doneert ook Codex CLI, Agents SDK en Apps SDK aan de nieuwe stichting onder Linux-beheer.
Leden van deze AAIF zijn onder meer Amazon Web Services, Anthropic, Block, Bloomberg, Cloudflare, Google, Microsoft, OpenAI, Adyen, Cisco, Datadog, Docker, IBM, JetBrains, Oracle, Salesforce, SAP, Shopify, Snowflake, Hugging Face, Uber, Zapier en ZED.
Als onderdeel van de lancering heeft AAIF-lid Obot.ai zijn MCP Dev Summit-evenementen en podcast overgedragen aan de stichting. De volgende MCP Dev Summit vindt plaats in New York op 2 en 3 april 2026. De locatie en data voor de Europese editie later dat jaar worden binnenkort bekendgemaakt.
Foto: Mohammad Rahmani / Unsplash
Europa akkoord met nieuwe invoerheffing op kleine zendingen
Vanaf 1 juli 2026 worden pakketjes uit landen buiten de Europese Unie gemiddeld 3 euro duurder, ook bij webshops als Shein en AliExpress. Dat komt doordat de Europese lidstaten onlangs een akkoord hebben bereikt over een nieuwe invoerheffing op kleine zendingen van minder dan 150 euro.
Tot nu toe konden zulke bestellingen vrijwel zonder extra douanekosten de EU binnenkomen. Omdat het enorme aantal pakketjes vooral uit China de douanediensten onder druk zet, komt daar nu verandering in: alle kleine pakketten die via e-commerce worden binnengebracht, krijgen een vaste heffing van 3 euro.
De maatregel is bedoeld om oneerlijke concurrentie tegen te gaan, want Europese winkeliers worstelen met goedkope import uit Azië die aan veel minder strenge regels hoeft te voldoen. Daarnaast hopen autoriteiten de veiligheid en controle op productnormen te verbeteren en fraude tegen te gaan.
Het is een tijdelijke oplossing totdat een al langer gepland systeem voor invoerheffingen voor kleine pakketten volledig wordt ingevoerd. In dat uiteindelijke systeem zullen goederen van buiten de EU ongeacht hun waarde aan invoerrechten worden onderworpen, maar dat moet nog worden afgerond.
Nederland wil bovendien bovenop deze EU-heffing een extra toeslag van circa 2 euro per pakket invoeren. Hierdoor kunnen bestellingen uit China voor consumenten tot ongeveer 5 euro extra per artikel duurder worden – en bij meerdere producten in één bestelling loopt dat bedrag verder op. Die nationale regeling moet mogelijk al eerder ingaan dan de Europese maatregel.
Zalando brengt driedelige docu-serie topwintersport uit
Zalando zendt deze weken drie half uur durende documentaires uit over toppers in wintersport, waarmee het en passant zijn eigen merk laadt richting sporters op sneeuw en ijs.
Eerder deze week ging de eerste aflevering online van ‘Between the lines’. Twee en drie volgen in januari en februari.
In die paar dagen werd deze aflevering 120.000 keer bekeken, de shorts tienduizenden keren elk.
Zalando produceert de documentaires in het kader van zijn sponsoring van het wintersporttoernooi LAAX Open in het Zwitserse Graubünden. Hier komen jaarlijks een paar honderd topwintersporters bijeen.
Het event is tevens een kwalificatie-evenement voor de Olympische Winterspelen van 2026 in februari.
